De eerste periode van het voortgezet onderwijs is de basisvorming. Iedere leerling maakt kennis met dezelfde vakken, leergebieden en vaardigheden. Voor havo en vwo duurt de basisvorming drie jaar, voor het vmbo twee jaar.
In de tweede fase van havo-vwo komt de nadruk meer te liggen op zelfstandig studeren. Onze lessen zijn daarop aangepast, evenals het lesgebouw. Daarin is bijvoorbeeld een Studiehuis ingericht, waar de leerlingen individueel of in groepen kunnen studeren. Een deel van de tijd krijgen de leerlingen gemeenschappelijk les en in een ander deel zijn ze zelfstandig aan het werk.
De rol van de docent is daardoor ook veranderd. Naast instructeur voor de klas is hij tevens studiebegeleider van individuele leerlingen.
Aan het einde van het derde leerjaar moet een leerling een profielkeuze maken, een soort vakkenpakket. Zo’n profiel geeft toegang tot een vervolgstudie aan de universiteit of hogeschool. Hij heeft daarbij de keuze uit vier profielen:
- Cultuur en maatschappij
- Economie en maatschappij
- Natuur en gezondheid
- Natuur en techniek
Het tweedefaseonderwijs sluit aan op de studiemethodiek van deze onderwijsinstituten. Het moet ervoor zorgen dat de overgang naar het hoger onderwijs soepel verloopt en studenten met succes hun studie afronden. De leerlingen van klas 3 havo en vwo worden uitgebreid over de keuzemogelijkheden geïnformeerd. Zij krijgen daarbij intensieve begeleiding van hun coach en van de decaan. De profielkeuze bepaalt immers in belangrijke mate hun toekomst.
Agora
Bij Agora leren leerlingen vanuit de eigen motivatie en op hun eigen manier. Er zijn geen vaste vakken, geen huiswerk, geen toetsen, tenzij een leerling dat voor een vak juist wel fijn vindt. Vanaf de brugklas worden leerlingen met diverse adviezen samen in een coachgroep geplaatst. Hierdoor ontstaat een heterogene groep.